Berbel Voorendt van hulplijn 113: “Sommige mensen die ik spreek zijn morgen misschien wel dood”

Zelfmoord blijft een moeilijk onderwerp om over te praten. Door de mogelijkheid te geven om anoniem te praten, probeert hulplijn 113 het taboe kleiner te maken. Vrijwilligster Berbel Voorendt vertelt hoe het is om voor 113 te werken.

Wat is jouw rol bij 113?

“Ik sta mensen te woord die op dat moment zo radeloos zijn, dat ze aan zelfmoord denken. Het gaat dan om mensen die op dat moment aan zelfmoord denken of binnenkort zelfmoord willen plegen. Ik doe dat via de telefoon, maar ook via de chat. Het is anoniem, dus heel laagdrempelig. Dit werkt voor veel mensen goed. Eerst kunnen ze praten met vrijwilligers zoals ik en dan gaan we samen kijken waarom diegene zelfmoord wil plegen en waarom diegene toch verder wil leven. Dat iemand contact opneemt is namelijk al een teken dat iemand toch twijfelt. We kijken dan dus waardoor iemand twijfelt en proberen diegene hulp aan te bieden.”

Wat gebeurt er dan precies tijdens zo’n gesprek?

“Eerst schrik je ervan, want het is natuurlijk best heftig. Het is dan zaak dat je wel goed contact met iemand maakt, zodat je vertrouwen creëert bij de hulpvrager. Je moet ook snel gaan kijken of diegene wel veilig is. Het kan ook dat iemand belt terwijl hij al bij het spoor staat of al pillen heeft ingenomen. Het is dan belangrijk dat je daar eerst achter komt, zodat je diegene geen therapie aanbiedt. Dan moet je dus zorgen dat iemand toch de hulpdiensten belt.

Er zitten wel bepaalde regels aan de hulpverlening. We controleren bijvoorbeeld op ip-adres of mensen niet te vaak komen chatten. Als ze te vaak chatten, hebben ze namelijk het gevoel dat ze aan zichzelf werken, maar eigenlijk is dat niet echt zo. Deze mensen kunnen beter in therapie gaan. Mensen worden verder niet opgespoord via dit adres, het blijft wel echt anoniem.”

Wat doet 113 verder?

“113 is een organisatie die zelfmoord aanpakt in heel Nederland. Ze hebben drie verschillende projecten. 113online is waar je kan chatten. Verder is er nog een project waarin ze professionals trainen, dus mensen die in hun dagelijks leven, in hun werk, in aanraking komen met mensen die zelfmoord hebben gepleegd of daar neiging toe hebben. Daar geven ze dan trainingen aan waarin ze leren hoe ze daarmee moeten omgaan. Ze hebben ook een project en dat is om bijvoorbeeld taxi-chauffeurs of kappers te trainen om gesprekken te voeren waarin dit soort dingen naar boven komen. De samenleving wordt toch individualistischer en dan kan je eenzame personen erg helpen door een goed gesprek te voeren. Er ligt een groot taboe op zelfmoord en daarover praten vinden veel mensen lastig. De gedachte is dat als je meer met elkaar praat, je het taboe wegneemt en mensen daarmee geholpen worden.”

Hoe gaan hulpvragers om met hulp die geboden wordt?

“Je hebt ook mensen die hulp vragen, maar vervolgens die hulp niet aannemen. Dat is soms wel lastig. Dan is de vraag eigenlijk niet duidelijk. De meeste mensen nemen contact op via chat, maar zelf vind ik bellen fijner. Dan krijg je toch wat meer mee wat iemand voelt en denkt. Ik vind het wel knap dat mensen contact durven op te nemen. Het liefst wil je natuurlijk dat ze met een psycholoog gaan praten of met iemand in de vriendenkring, maar dat is natuurlijk een hele grote stap. Soms heb je een gesprek dat de goede kant op gaat, waarin diegene toch wel weer een reden ziet om te leven. Het kan dan ook gebeuren dat ze aan het einde weer helemaal down zijn, dat vind ik wel lastig. Het is natuurlijk ook niet zo dat ze door met ons te chatten helemaal geen zelfmoord meer mogen plegen. Je wilt niet de optie wegnemen, want mensen vinden een stukje zekerheid in die keuzevrijheid die ze hebben.”

Hoe ervaar jij het werk?

“Ik merk dat ik meer diepgaande gesprekken krijg met mijn vrienden. Je praat hier normaal niet over en nu vertel ik ze over mijn werk. Je gaat dan heel snel naar inhoudelijk diepe gesprekken. In het begin werd ik er ook wel emotioneel door geraakt, maar nu doe ik het wat langer en kan ik het wel beter scheiden. Moeilijk vind ik jonge kinderen die heel erg gepest worden. Het is heel pijnlijk om te zien hoe gemeen kinderen kunnen zijn. Social media heeft ook veel invloed. Mensen denken soms dat anderen het veel beter hebben. Als ik ze dan vraag waarom ze dat denken, zeggen ze dat ze dat op Facebook en Instagram zien. Ik vind het wel heftig dat mensen daar zo onzeker van worden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat iemand na dat gesprek alsnog zelfmoord pleegt. Dat idee vind ik wel heftig, dat sommige mensen misschien morgen wel dood zijn.”

Zijn er verhalen die een bijzondere indruk op jou maken?

“Soms spreek ik mensen die al tien jaar in therapie zijn, dat vind ik wel heftig. Mensen vertellen altijd heel veel. Ik spreek weleens mensen die heel vaak misbruikt zijn. Dan kwam er iedere keer weer een nieuwe man die haar weer misbruikte. Zo iemand heeft dan veel problemen met mensen vertrouwen. Ik vind het heftig om te zien hoe mensen zo beschadigd kunnen raken dat ze niet meer verder willen leven.”

 

Terug naar boven