ZZP’er Nynke Feenstra: “Ik hoop dat iedereen een bijzondere ervaring kan opdoen door kunst, dus ook doven en blinden”

ZZP’er Nynke Feenstra wil dat kunst voor iedereen toegankelijk is. Hoewel veel musea mogelijkheden hebben voor rolstoelers, worden doven en blinden vaak vergeten. Nynke zet zich in om musea te helpen hun tentoonstellingen toegankelijker te maken voor dove mensen, zodat ook zij een bijzondere ervaring met kunst kunnen beleven. Aan Check dit FF vertelt ze over haar drijfveren en ervaringen.

“Het is mijn ambitie om musea in Nederland toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. Ik ben gespecialiseerd in dove mensen, omdat die nog wel eens vergeten worden. Mensen denken: “Je kan zien, dus je kunt naar een museum”, maar er zijn wel degelijk barrières waar dove mensen tegenaan lopen. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat dove mensen moeite hebben met het lezen en begrijpen van het Nederlands. De meeste dove kinderen worden bij horende ouders geboren en zij komen er vaak pas laat achter dat hun kind doof is. De ouders moeten dan eerst gebarentaal leren, voordat de taalontwikkeling van het kind kan beginnen. Zodra een kind naar school gaat, beheerst het vaak de gebarentaal nog niet volledig, waardoor het lastiger is om ook een nieuwe taal, namelijk het Nederlands te leren. Daarnaast ligt in het dovenonderwijs de focus heel erg op het Nederlands, waardoor er relatief weinig aandacht is voor vakken als kunst, geschiedenis en maatschappijleer. Doven lopen dus tegen twee dingen aan in een museum. Aan de ene kant is de context die verteld wordt niet altijd duidelijk en aan de andere kant is het lastig voor ze om de taal te begrijpen.”

Verrijking

“Ik was altijd heel erg geboeid door mensen met andere achtergronden, omdat je geframed bent. Je hebt je eigen herinneringen, ervaringen, kennis en persoonlijke gevoelens bij bepaalde onderwerpen. Dat vind ik heel interessant om te delen. Ik was bijvoorbeeld met een blinde jongen in het Van Gogh Museum en daar was een tentoonstelling van 3D replica’s van zijn kunstwerken. Hij voelde aan een replica van zonnebloemen en aan echte zonnebloemen en verbaasde zich over hoe je iets wat 3D is plat kunt maken. Zo had ik er eigenlijk nog nooit over nagedacht! Interessant vind ik dat het er niet om gaat dat we deze jongen precies laten zien hoe dat kunstwerk eruit ziet, maar dat hij zijn eigen beeld kan vormen. Het gaat erom dat mensen een ervaring opdoen in een museum die relevant is, waar ze wat mee kunnen. Of dat dan lijkt op wat de kunstenaar uiteindelijk wilde, maakt mij niet zo veel uit. Het gaat om hun ervaring en echt een verrijking van henzelf. Ik ben stage gaan lopen bij Museumnacht Amsterdam en ik kwam erachter dat zij eigenlijk niks deden voor mensen met een beperking. Ik wilde graag iets met doven doen en heb toen een programma in gebarentaal opgezet. Ik schaamde me bijna toen ik zag hoe ontoegankelijk Nederlandse musea eigenlijk zijn voor doven. Het gaat bij musea eigenlijk altijd over rolstoeltoegankelijkheid, maar het ligt natuurlijk veel breder. Ik probeer de eerste stap te leggen bij bewustzijn. Dat een museum inziet wat zij wel en niet kunnen bieden voor een bepaalde doelgroep. Daarna kun je gaan kijken wat er beter kan en wat je voor wie kunt ontwikkelen.”

Workshops

“Ik heb samen met Roos van Tijl, een doof meisje, een workshop ontwikkeld die we geven aan museumprofessionals. Hierin vertellen we over de achtergrond en geschiedenis van dove mensen, zij hebben namelijk een geheel eigen cultuur. Dove mensen zien hun doofheid ook als hun identiteit, iets waar ze trots op zijn. Je moet dit dus niet als een beperking zien, want dat zien ze zelf ook niet zo. Wij vinden het ook belangrijk dat musea dit weten en begrijpen wie er in het museum zijn. Naast achtergrondinformatie geven we ook praktische tips. Een goed voorbeeld daarvan is dat wij musea adviseren om dove mensen in dienst te nemen. Zij kennen het perspectief van waaruit de dove museumbezoeker kijkt en kunnen vanuit dit gedeelde perspectief vertellen over kunst. Daarnaast draagt het ook bij aan de gemeenschap, omdat het laat zien dat dove mensen prima in een museum kunnen werken.”

Onderzoek

“In mijn PHD-onderzoek ben ik breder aan het kijken naar hoe musea toegankelijker worden voor doven en blinden, maar ook voor mensen met verschillende etnische achtergronden. Musea maken steeds meer programma’s voor specifieke doelgroepen, wat goed is. Het gevolg hiervan is wel dat groepen gescheiden blijven en verhoudingen tussen groepen in stand blijven. Er is hierdoor nog steeds een soort hiërarchie binnen een museum. Het doel is uiteindelijk dat het museum daar ook aan bijdraagt, dat een tentoonstelling voor iedereen toegankelijk kan zijn. De focus lag voorheen op tolerantie, het accepteren van elkaar. Nu gaat het meer over empathie, het kunnen inleven in en begrijpen van de ander. Als je dit kunt, kun je met iedereen rekening houden. Je hebt natuurlijk ook nog heterogeniteit binnen een bepaalde groep. Een dove kan ook homoseksueel of moslim zijn.”

Ontwikkelingen

“De afgelopen jaren is er in Nederland een hele goede ontwikkeling gaande op het gebied van toegankelijkheid voor doven. Toen ik me in het onderwerp begon te verdiepen, in 2013, waren er wel wat musea die mogelijkheden hadden voor doven, maar ik zie dat nu echt groeien. Natuurlijk kan het altijd beter. Daarom is er afgelopen januari een wet aangenomen waarin staat dat het verboden is onderscheid te maken bij het verlenen van diensten en goederen. Culturele instellingen worden hier ook specifiek in genoemd. Musea zijn dus nu echt verplicht om projecten te ontwikkelen voor specifieke doelgroepen, waaronder doven. Voor veel musea is dit echter nog heel abstract, ze weten niet goed hoe ze doven moeten verwelkomen. Daar help ik ze dan bij. Uiteindelijk hoop ik dat algemene toegankelijkheid vanzelfsprekend wordt in musea. Dan zou mijn specialisatie eigenlijk overbodig worden, maar dat is wel mijn ambitie.”

Terug naar boven